Zoeken in deze blog

woensdag 17 september 2008

NKB Vlieland - donderdag 11 september

Terschelling - Donderdag 11 september gaf als weersverwachting een Oostenwind, kracht 4-5 Bf, kans op 6, en later kans op onweer. Het punt van dit soort voorspellingen is de inschatting van die kansen en de definitie van later.
In elk geval, we hebben ’s ochtends de plannen gemaakt voor de heenreis en de terugreis. We hebben wederom verschillende varianten besproken en zouden de route via de Engelsche hoek nemen naar Terschelling (zeehonden, mogelijk golven) en op de terugweg via het geultje naar de vaargeul, deze oversteken en dan op de kop af van Vlieland.
Voor mij was deze planning hoogst onbevredigend. Ik vond dat de groep te makkelijk achter Axel ging staan, zonder enig besef te hebben wat het betekent om te varen in het donker. De afgelopen nacht had ik om 01.00 uur nog op het strand gestaan om het zicht te bepalen. Geen maan (achter de wolken), heel donker met alleen kerstverlichting in de kleuren groen en rood, knipperend in verschillende frequenties en af en toe een wit licht van een kardinaal. Ik wilde niet hoeven turen op de hydrografische kaart en heb van de kardinalen en de beeldbepalende laterale tonnen een globale schets gemaakt voor de terugtocht. Verder begon ik me zorgen te maken over wat het betekent voor de groep als er iemand nachtblind is en daarnaast was er iemand die een horizon nodig heeft om niet zeeziek te worden. Zonder maan is die horizon niet altijd te bepalen en Hans van der Weijgert heeft me ooit geleerd iemand met zeeziekte direct van het water te halen.

’s Middags leidde de Petra de groep naar Terschelling. Dat deed ze heel goed, met extra instructies, goed de richting bepalend, de keuze van haar positie in de groep, rollen toewijzend en rust uitstralend. Zelf had ik als voorvaarder een probleem om mijn schip op koers te houden en dat bleek toch een scheg probleem te zijn. De kabel ging wel op en neer, maar de scheg bleek niet uit te klappen. Axel heeft dit uiteindelijk verholpen en vanaf dat moment ging ik beter in mijn vel zitten en vergat de mogelijke risico’s en onzekerheden voor de nachttocht.
Als voorbereiding op de nachttocht had Petra een leuke oefening ingelast; in tweetallen varen, een blinde en een volger die de blinde geleidt door de nacht. Met name het koers houden dan. Het bleek voor menigeen best lastig om met de ogen dicht het evenwicht te houden, de koersen wijkten daarmee ook af en dat gaf al een aardig voorbeeld van mogelijk te verwachten problemen als er slecht zicht zou zijn.
Het was echter mooi weer, een gladde zee, en de tocht bracht ons langs de zeehonden bij Engelsche Hoek. We hebben ze rustig laten liggen en zijn op Terschelling West geland voor een snackpauze. Omdat we gevolgd werden door een 5-tal zeehonden hebben we geprobeerd hun nieuwsgierigheid te testen. Axel ging rustig in de uitlopers van de golven op het strand zitten en trok daarmee al de aandacht van de zeehonden. Zelf probeerde ik met zwemmen de zeehonden te lokken, dat had ik Friedeke al een keer zien doen op Lutjewad. Laten we zeggen dat mijn lompe menselijke voortbrengingstechniek in het zeewater geen aantrekkingskracht had op de zeehonden. Petra probeerde het daarna met een vorm van spiegelen. Door de beweging van de zeehond na te bootsen kreeg ze een prima contact met het dier; kopje boven water, kopje onderwater, draaien om de as, en vooral niet spetteren met crawl slagen. Het zag er allemaal nogal schattig uit. Phocas, Foche, Foca, Zeehond. Vandaag was de dag van de zeehond.

Hoewel het prachtig weer was bij vertrek, zagen we een mist opkomen die uiteindelijk Vlieland aan het zicht onttrok. De buien leken zich te ontwikkelen en het zag er zorgelijk uit voor onze plannen. Zou de wind aanwakkeren, werd het onweer, konden we überhaupt nog wel terug?Het meest veilige was in elk geval eerst de haven van Terschelling op te zoeken en een visje te gaan eten. Daarna volgde een ijsje van Philip en een kop koffie werd ons niet meer gegund (Axel houdt nu eenmaal erg van ijs en niet van koffie!). De andere ZVE groep zou eerder vertrekken dan wij en met die buienontwikkeling was hij er niet gerust op. Wat we wel zagen was dat de buien boven land/langs de kust bleven en niet de kant van Terschelling op kwamen of ons op onze route zouden verrassen. De Brandaris herhaalde het weerbericht en daarop vertrokken we naar Vlieland. Met een beetje geluk zou het na het geultje schemeren en konden we dan verlicht verder varen.

En zo geschiedde. Onder leiding van Stefan voeren we naar de vaargeul, bij de kardinaal hebben we nog even gepauzeerd. Daarna de geul overgestoken (met een vaste koers naar de overkant, zijwaarts verplaatst naar de volgende boei) en vervolgens de lichten ontstoken. Breeklichtjes, een toplicht op een stokje, eigen fabrikaat verlichting op de rug, een helm met een toplicht, hoofdlampen in verschillende sterkte, LED-jes uit de feestwinkel aan je peddel, het was allemaal aanwezig. Joris zou bij aankomst aangeven dat met name de LED-lampen op het voorhoofd heel goed vanaf een afstand te zien waren en dat het verder maar een rare kerstboom aan verlichting was (van een afstand op het strand).
Nadat de veerboot ons was gepasseerd en de wind was gaan liggen (in plaats van aangetrokken tot 6 Bf), hebben we de duisternis afgewacht en de verschillende verlichtingsschema’s in ons opgenomen. Toen eenmaal alle boeien waren verlicht, hebben we in alle rust de strandopgang opgezocht. Joris stond ons daar al met een knipperlicht op te wachten (als secundaire vuurtoren van Vlieland).
Nadien snel douchen en heerlijk gegeten in de Nulk; paddestoelen soep, Tilapia, rijst en groenten, en een minitaartje rabarber met gewelde rozijnen toe. Michel weet hoe hij zijn gasten moet verwennen en daarmee bepaalt hij ook voor een groot gedeelte de goede sfeer tijdens de maaltijd, wat doorwerkt naar de rest van de avond.
’s Avonds hebben we nog een biertje gedronken (op mijn vervroegde vertrek) en de dag opnieuw beleefd. Iedere dag is anders en brengt elke keer iets nieuws. Joris vertelde me overigens dat hij als tochtplan alleen de kardinalen had opgenomen (hoog water geeft altijd bevaarbaar water voor een kano) en alleen enkele laterale tonnen voor de plaatsbepaling (waar te varen, van richting te veranderen) daarbij op te nemen. Daarmee bevestigde hij mijn aanpak voor de terugtocht wat mijn zelfbeeld weer wat opkrickte.

Geen opmerkingen: