Op aangeven van de tochtleider zijn we ingestapt aan de Zoutkamperril en zo overgestoken naar Oostmahorn. Lekkere wind van opzij en beter nog, voor een groot deel ook in de rug. Minieme surfjes, maar wel heel ontspannen gepeddeld naar Esonstad. Aldaar werden we door Dick getrakteerd op koffie en appeltaart omdat hij voor de 4e keer zeg maar grootvader is geworden.
Een prima actie die gevolgd werd door een tweede ronde warme chocomel met slagroom en een enkele tosti. Wie denkt dat kanovaren alleen is ter verbetering van de conditie, komt soms bedrogen uit.
Waar de rest van NL zich kon laven aan de warmste oktoberdag aller tijden, hadden wij hooguit 13 graden en een grauwe dag. De vakantiegangers in Esonstad hadden er ook zo hun gedachten bij en toen we die eenmaal gedeeld hadden, de worst en het brood nog waren verorberd want ja, daar kun je niet mee thuis komen, trokken we onze natte en koude spullen weer aan voor de terugtocht.
De terugweg (ver)leidde ik de groep iets te hoog op maar wel mooi tegen de wind in naar de noordelijke ingang naar Stropersplaat. Vervolgens de kanosteigers nog even bekeken en een pluim uitgedeeld aan de Marrekrieten en Lieuwe Blanksma die dit voor elkaar hebben gekregen. Vervolgens zakte het tempo m.i. redelijk weg en peddelde de groep terug naar de auto. Een elleboogje hier, een schouder daar, de pijntjes aan het eind van het seizoen lieten zich voelen.
Vergeten was de aanvankelijke teleurstelling over het skippen van de zee, het varen is qua beleving toch het mooist op de scheiding van land en water en dat is er genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten