Schier – Het beloofde een mooie nazomerdag te worden. Een ZZW 3, tegen de 20 graden, een beetje bewolking in de bovenste luchtlagen. Bovendien was het de voorgaande dagen net zulk weer geweest. De zee lag er zo vlak als een spiegel bij. Het was heiig, wat je soms deed denken dat er geen scheidslijn meer te zien was tussen water en lucht aan de horizon. Kortom, een perfecte dag voor een geweldige wadbeleving.
Het begon al met inschepen. Normaliter doen we dat aan het eind van de Pier, maar sinds kort heeft de gemeente de Marne besloten om Lauwersoog Haven tot de echte wereld toe te laten. Voorheen waren er geen beperkingen ten aanzien van het parkeren, maar met de komst van de nieuwe jachthaven en een overvloed aan visrestaurants, willen en moeten de uitbaters het maximum uit het gebied kunnen halen. Het parkeren is nu aan tijd gebonden, maximaal 2 tot 4 uur.
Daar heb ik als dagtochtvarend kanovaarder dus helemaal niets aan. Konden we voorheen nog bij de trailerhelling of de steigers instappen, nu worden we 'gedwongen' ons heil in de blubber te zoeken. Gelukkig was het vertrek bij hoog water en konden we met alleen natte voeten vertrekken. Maar bij terugkomst halverwege het opkomende tij, moesten we toch echt een flink stuk door de modder. Wie het onbepakt al een opgave vindt, moet het maar eens proberen met een beladen kano in een heavy duty uitvoering. Om van het schoonmaken van vaarmateriaal en kleding nog maar niet te spreken.
De tocht ging in alle rust door de Zoutkamperlaag, over rood zeg maar, naar Engelsmanplaat. We hadden flink de stroom mee en door het gunstige weer viel de groep deels uit elkaar. Een van ons mistte de afslag bij de Kuipersplaat, waardoor we na hereniging doorvoeren naar het Rif. Na een pauze van een half uur togen we naar het Noordzee strand van Schiermonnikoog. De zee was hartstikke vlak, er stond geen zuchtje wind. Op het strand was het anders. Er stond een redelijke bries die mij snel deed afkoelen, ondanks de droge kleding. De maaltijden gingen er goed in en er waren druiven uit eigen tuin van Hilde. Aan ons had het Strandhotel dan ook geen klandizie; de enige die een soepje wilde halen is uiteindelijk snel op zijn schreden teruggekeerd toen hij de prijzen van de kleine kaart eenmaal onder ogen had gekregen.
De groep was dit keer groter dan normaal. Het zal de combinatie van het weer, de route en de lengte van de tocht en het moment in het seizoen zijn geweest dat ik aanvankelijk 10 aanmeldingen had. Uiteindelijk zijn we met 9 man gaan varen. En ook dan heb je als tochtleider rekening te houden met de wensen van de mensen. De een wil langer pauzeren op het Rif, de ander wil op tijd thuis zijn voor een diner buitenshuis. Dat betekent ook dat je als tochtleider, soms strak aan de tijden moet houden. De pauze van een uur was in principe genoeg, maar als je weet dat je meer tijd hebt, dan verken je op zo'n eiland iets meer dan alleen het direct aangrenzende strand. Om 15.00 uur pakten we de spullen weer in en strandden om 17.15 uur op de blubber ten oosten van de haven.
Vooral bij thuiskomst blijkt hoe groot de schade is. Het vaarmateriaal moet grondig worden schoongemaakt en het slik is met moeite uit je vaarkleding te verwijderen. Het is wellicht een idee om de gemeente de Marne te vragen of er een ontheffing mogelijk is. Overigens een topdag voor de wadbeleving, maar het parkeerregime maakt het niet direct aantrekkelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten