Paaseilanden - Ik heb mezelf getrakteerd op een kadootje door me in te schrijven voor de Paaseilandentocht van de NKB. Wat ik me niet realiseerde was dat het nog erg vroeg in het jaar was dat ik 4 dagen, wild kamperend, over de Duitse wadden moest trekken. Pasen heeft toch de geur van de lente, het strijklicht en het nieuwe leven over zich. Dit jaar was het vooral koud, gelukkig ook droog en af en toe een flinke bui.
Zo vlak na de winterstop met vorst op het water tot eind februari, was het natuurlijk moeilijk om gelijk een goede conditie op te bouwen. Verder kende ik de tochtleider als een zoutwater generaal en dat in combinatie met het frisse weer (met buien en naar verwachting weinig wind), maakten toch dat ik er niet geheel vrij in ging. Gelukkig was vrijdags het ijs al snel gebroken toen ik in de haven van Noordpolderzijl arriveerde. Wat van ver komt is op tijd en omdat het voor mij een thuiswedstrijd was, bleek ik ook als laatste te arrriveren.
De zon scheen en na de handen geschud te hebben heb ik met gezwinde spoed de kano beladen en de auto geparkeerd bij het Zielhoes. De tocht verliep voorspoedig, met een zuiden wind, kracht 3 tot 4, voeren we de betonning af richting wantij en Meeuwestaart. Aldaar zijn we traverserend overgestoken recht op de haven van Borkum af. Het was tenslotte Pasen en er was vrijwel geen vrachtverkeer op het water. Onder Borkum hebben we nog even een kleine surf gemaakt en onze tocht volbracht tegen de stroom van het afgaande water in de geul in. Vlak langs de kant, gebruikmakend van de keerstroom tussen de kribben en langs de havenmond bereikten wij de Burkana hafen, alwaar wij onze tent opsloegen. Later kwam de havenmeester toch nog even kennis maken, hetgeen ons de beschikking opleverde over het toiletgebouw. Het was dan wel in renovatie, zoals dat heet, maar wild kamperen op een verlaten voormalige basis is toch iets anders dan in de natuur.
Na de tent uitgezet te hebben volgde het avondeten (buiten) en de planning voor de volgende dag. Tegen het vallen van de duisternis hebben we nog een wandeling gemaakt en het restaurant van de jachthaven verkend. Er was nog net tijd voor een biertje tijdens de laatste ronde en om 10.00 uur stonden we al weer buiten.
De planning voor het vertrek op zaterdag was gesteld op 10.30 uur. Om 7 uur ging mijn interne wekker en om 9.30 uur stonden we klaar voor vertrek. Het kostte nog wat tijd om uit te denken hoe we in de kano zouden stappen, door het lage water was onze aankomstplek qua schade aan het vaarmateriaal risicovol geworden. Uiteindelijk heeft Chris ons voorgesteld om langs de oostzijde van de oostelijke pier de boten te laten zakken en vervolgens via de ladder af te dalen. En zo geschiedde.
Varen met laag water heeft zijn charme. Uitermate rustig leidde Chris ons langs de vaargeul in noordoostelijke richting naar Juist. Af en toe wat buikschuiven over het wantij, een enkeling nam de benenwagen. Na een korte pauze op Hohe Horn, staken we de oostelijke Ems over richting Memmert en voer Chris ons langs de betonning richting Juist. Het leermoment van deze dag was dat je als tochtleider alle beslissingen zelf moet nemen en dat je voorvaarders / koersvaarders moet aanstellen zodat je zelf een positie kunt kiezen van waaruit je overzicht hebt op de groep en toch nog in staat bent om de mensen voor en achterin van instructies te voorzien. Het was een mooie dag, geen regen gezien maar wel de tijd genomen voor de oversteek. Uiteindelijk besloten om niet naar Norderney door te varen, mede omdat het programma voor de volgende dag dan onnodig zwaar belast zou worden. En ook nu, konden we al surfend op de zuiden wind, de oversteek over het wad onder Juist maken naar de jachthaven.
Eenmaal aangekomen konden we voor 2 euri / tent een plekje uitzoeken, een warme douche nemen en onze natte kledij te drogen hangen in de doucheruimte. Dat was ook wel nodig, want we waren nog maar net gearriveerd of een flinke bui overviel ons, met een stevige wind, kracht 5 en een gordijn van regen.
In willekeurige volgorde werd er gedouched en een tent opgezet, waarna het weer verbeterde en we ervoor kozen om ook vandaag zelf te koken. De havenmeester had een afgeschermd plaatsje, met stoelen en een enkele tafel, waar we gezamenlijk onze maaltijd bereidden en oppeuzelden. Voor de snelle beslissers, kon dit droog gebeuren, de meer luxueuze kookgasten kregen er een gratis nat pak bij.
Na de afwas, alles in het drooghok gehangen en vervolgens op zoek naar een warme kroeg voor een stevige warme chocomel en een biertje. Aldaar beraamden we de plannen voor de volgende dag. Besloten werd tot een wandeling naar de noordzijde van het eiland (zeg 2 km bij laag water) en een aanvang aan de Noordzeezijde, rustpauze op de Kachelotplatte en vervolgens langs de geul terug naar de Burkana Hafen op Borkum.
Op de terugweg nog even het paasvuur aan gedaan, de brandstapel was inmiddels al geheel in vlammen opgegaan maar gaf desondanks nog een weldadige warmte af. Met de rook in de neus hebben we ons te ruste gelegd.
De volgende dag om 7 uur heerste er weer volop bedrijvigheid en om 9.00 uur stond een ieder klaar voor vertrek naar het strand. De kracht van grote wielen doet zich gelden op het rulle zand, desondanks waren minimaal twee mensen per kano nodig om de oversteek over het strand te maken. Dit bleek een goede warming up, al weerhield dit Nico er niet van om dat later nog een keer over te doen. Rustig, in slow motion, beginnen, dan een sprintje en vervolgens nog wat rek en strek oefeningen. Leuk om te doen, leerzaam ook om de laatste inzichten in de techniek van de voorwaartse slag nog eens door te nemen. De ware instructeur komt ook dan weer even boven.
Eenmaal uit de luwte van de duinen, kwam de wind hard over de plaat van de westpunt van Juist. Hier deed het gebrek aan conditie zich al gelden, het lichaam had niet echt krachten over om er flink tegen in te gaan. Het navigeren op onbekend terrein leidt altijd tot verrassingen. Zo hadden we 's avonds een plan gemaakt en half en half uitgerekend hoe we de tocht moesten aanvaren, toch bleken de berekeningen niet helemaal te kloppen. Het mooie is dan dat je op het water altijd bedacht moet zijn op verrassingen. Het boekje kan je wel vertellen hoeveel snelheid je wint/verliest bij een bepaalde windkracht en -richting, de stroom zal gemiddeld genomen op een bepaald moment gemeten ten opzicht van het tijdstip hoog water wel een bepaalde richting en sterkte hebben, maar of dat op de dag zelf ook allemaal geldt en samenwerkt, dat is iedere keer maar weer de vraag. Zo bleek deze tocht dat we veel vertraging ondervonden bij de ronding van Juist en op weg naar de Kachelotplatte. Dit is op zich geen punt, maar je moet je dan wel realiseren dat er geen ANWB borden staan (of anderszins betonning aanwezig is), waaraan je je positie kunt afmeten. Natuurlijk is er altijd wel iemand met een GPS op zak en hebben we daar dankbaar ter verificatie van onze overwegingen, gebruik van gemaakt.
Eenmaal het spoor weer teruggevonden, hebben we een korte pauze gehouden op de Kachelotplatte. Waar de wadcode je vertelt dat je als watersporter een flinke afstand moet houden van zeehonden die zich op land bevinden, geldt dat blijkbaar niet voor de commerciele vaart die toeristen langs de populatie zeehonden leidt. Het kan wellicht geen kwaad en die mensen willen nu ook eenmaal een kiekje voor de kinderen.
Met een koers 240 zijn we de Oster Ems weer overgestoken op weg naar Borkum. Met transitopeilingen bepaalden we de plek van aankomst op Borkum (door de stilstaande windmolen te bepalen op de achtergrond). Wederom hebben we een korte stop gemaakt op Hohe Horn, alwaar we een 100 m hebben afgekort door al wadlopend onze schepen over de modder te trekken. Nico houdt van variatie en bracht op geheel eigen wijze de speelse elementen in het programma :)
De havenmeester van Borkum stond ons al op te wachten, met touwen in de hand om de schepen uit het water te tillen. Omdat het hoog water was, konden we de kano's echter onder de loopbruggen van de drijvende steiger varen en aldaar uitstappen. Helaas voor de goed man, zijn mooie aanbod werd om goede redenen afgeslagen.
Na een paar dagen kom je dan in een ritme. Snel de boten via het tallud op de kade getild, tentje opgezet en iets droogs en warms aangetrokken. Douchen zit er op Borkum nog steeds niet in, maar een sanitaire stop is al een hele luxe. Vervolgens kwamen de voorraden die op moesten op tafel (nou ja, het terras). Wijn, bier, noten, worstjes, pinda's, het ging allemaal schoon op om het lichaam van voldoende energie te voorzien. Een tochtevaluatie heeft zeker zijn goede en vrolijke kanten, waarna we met goede zin kozen voor een serieuze tocht op onze laatste dag; via Simonszand terug naar Noordpolderzijl.
De ene helft van de groep koos voor wederom zelf koken in de buitenlucht, de andere helft deed zich te goed aan een goed verzorgde warme maaltijd (op Paaszondag aan de bar!) in het restaurant van de jachthaven. Aldaar werden de snode plannen uitgewerkt en wellicht heeft het optimisme van de borrel een vertekend beeld opgeleverd bij de planning. Feit is dat we de volgende dag weliswaar op tijd vertrokken, maar tegen het eind van de ochtend ruim een uur op het schema achter lagen, wat opliep tot 2 uur. En dat is met een cyclus van 6 uur in het getij, geen kleinigheid.
Om de lange tocht te kunnen maken, moesten we er vroeg uit. Een deel van de tijd hadden we al weggegeven, om de mensen niet te vroeg uit het bed te laten komen. Daardoor vertrokken we dus later dan eigenlijk had gemoeten, wat meer stroom nadeel opleverde dan waarmee we gecalculeerd hadden. Maar laat ik daarover ophouden. Het was een prachtige tocht langs Rottumeroog, Rottumerplaat en Simonszand. Met zon, wind en knobbelig water. Met surfen over de Schildgronden, langs het strand op tegen de stroom in krabbelen, tussen de branding door varen, een vervelende uitgaande stroom langs de westpunt van Rottumerplaat (zelfs 2 uur na de kentering!) en uiteindelijk die bevrijdende glinstering in de verte van een streep zand. We arriveerden na 6 uur op Simonszand, ipv de geplande 4 uur. Daar moet ik dus nog een keer goed over nadenken. Maar de bevrijding die dat gaf was geweldig. Voor de een was het rusten, de ander eten en drinken en voor mijzelf, het spoelen van de nieren. Want een droogpak mag dan geweldig zijn, je kunt niet even uit je boot stappen en een plas doen. Dat kan wel met neopreen, maar je droogpak loopt dan meteen vol.
De pauze op Simonszand was veel korter en tochtiger dan gepland. Bovendien stond het water al veel hoger, dus verdween een groot deel van de grandeur van het wad onder water. Jammer voor degenen die net deze dag wilden kennis maken met dit stukje Waddenzee.
De reis naar huis duurde dus ook iets langer, we hadden minder stroom mee dan gedacht. Bovendien bleek ik zo vermoeid dat ik nog even een verfrissende duik moest nemen om weer bij de les te blijven. De batterij bleef echter leeg en op mijn eigen tempo haalde ik de eindstreep. De anderen wisten nog te genieten van het surfen op de ZW wind, dat zal ik over een week of 4 weer kunnen doen.
We hebben het weekend afgesloten met een warme chocomel in het Zielhoes, alwaar Nico ons nog vertelde over wat te doen als je het niet bij kunt houden als kanovaarder. Dan ligt het waarschijnlijk aan de kleur van je boot, en als het dat niet is, dan aan het merk. En als het dat niet is, dan misschien wel aan je techniek of heel uitzonderlijk, aan de conditie van de andere vaarders. En dat nemen we dan maar als wijze les mee het nieuwe seizoen in.
Het was al met al een prachtig weekend. Soms koud en nat, maar niet heel hinderlijk. Wel vroeg in het seizoen en het lichaam heeft veel moeten geven. Maar al met al een kadootje, en zo was het ook bedoeld. Met dank aan Nico, Chris, Peter, Jannes en Hendra en de hulp van de mensen in Noordpolderzijl, Borkum en Juist.